2020! Een nieuw jaar ligt voor ons. Nieuwe mogelijkheden en kansen liggen in het verschiet, een open boek dat nog helemaal beschreven moet worden. Veel mensen beginnen een nieuw jaar met zo’n gevoel: Geweldig, om weer een nieuwe start te kunnen maken! Er zijn ook mensen, voor wie een heel ander gevoel opspeelt: Je weet wat je hebt (gehad), je weet niet wat je krijgt… Die ertegen opzien om een nieuwe agenda te moeten ‘inwijden’. Wat zal dit nieuwe jaar gaan brengen? Gaat het in die pas begonnen baan wel lukken? Hoe zal het in het gezin, de vriendenkring lopen, zal die ziekte bedwongen worden of zal hij terugkeren? En hoe zal het in de wereld rondom ons verder gaan? Gaan we nu toch ook in het zogenaamd ‘vrije’ westen vervolging krijgen? Allerlei vragen en onzekerheden dringen zich op. Dat onbeschreven blad, dat voor sommigen een uitdaging is, is voor anderen eerder een bedreiging.
“Zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan. (…) Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb, wat Ik tot u gesproken heb!” – Genesis 28:15
Dit laatste gold met zekerheid ook voor Jacob, tegen wie de Heere God het bovenstaande zegt in zijn droom, in de woestijn, tijdens die bijzondere openbaring van God aan hem op de plaats die hij ‘Bethel’ zou gaan noemen. Jacob had z’n vader bedrogen, was op de vlucht voor Ezau, z’n broer, die gezworen had dat hij Jacob zou doden. Een leegte lag voor hem en hij wist niet hoe hij verder moest. Ja, z’n moeder had hem aangeraden naar z’n oom Laban te gaan, maar wie garandeerde Jacob dat Ezau hem daar niet zou vinden? Maar wat een bemoediging krijgt Jacob dan! God belooft hem te beschermen, bij hem te zijn waar hij ook naar toe zal gaan, en hem nooit te verlaten, wat hij ook gedaan had.
In Jezus Christus is deze God van Jacob ook onze God! Wat Hij in het Oude Testament belooft (aan Jacob, maar bijvoorbeeld ook aan Jozua (Jozua 1:5), vlak voor de inname van het Beloofde Land – over uitdaging gesproken!), herhaalt Hij in het Nieuwe Testament. We hebben net Kerst gevierd: Immanuël, God met ons. Door Hem zijn wij, als we geloven, Zijn verloste kinderen en hoeven we aan Zijn eeuwige trouw niet te twijfelen. God zal niet één van Zijn beloften die Hij gedaan heeft, breken. Het nieuwe jaar mag als een bedreiging op je afkomen, we mogen aan Zijn hand gaan. Hij zal ons leiden, ook langs en zelfs dóór de dingen waar wij tegenop zien, de zaken die ons soms misschien laten vertwijfelen.
Ook als gemeente gaan we een nieuw jaar in. Met alles wat daarin is aan onbekende dingen. Hoe zal het gaan met ons onderkomen, de Dialoog? Hoe geven we onze nieuwe leden en bezoekers ook door-de-week een goede plek in de gemeente bij een tekort aan kringleiders? Hoe houden we het steeds maar uitdijende kinder- en jeugdwerk ‘bemand’? Hoe gaan we om met maatschappelijke ontwikkelingen die indruisen tegen Bijbelse normen, maar ook de gemeente binnen (kunnen) dringen? “Zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen,” zegt Hij, onze God. Laten we Zijn nabijheid zoeken, persoonlijk, thuis, maar ook samen. Hij zal voor licht en uitkomst zorgen. Durft u, durf jij, durf ook ik Hem daarin te vertrouwen?
We wensen u vanuit de broederraad een gelukkig, gezond en gezegend jaar met Hem toe!