In één van de zangdiensten vertelde ik een tijdje geleden dat ik een prachtig Duits Bijbelsdagboekje gekregen had van een broeder-collega. Ik lees er sindsdien elke dag uit en wil een gedachte doorgeven die ik daarin aantrof. Ik doe dat in het besef dat we in de weken voor Goede Vrijdag en Pasen leven, een tijd om nog meer dan anders bij het Verlossingswerk, het leven en lijden van onze Here Jezus Christus stil te staan.
In Exodus 21 vers 1-6 gaat het over de verhouding tussen een Hebreeuwse slaaf die vrijkomt en zijn meester. Moet u echt eens lezen. Deze knecht kon na zes dienstjaren vrij man worden, maar het kwam voor dat zo iemand uit liefde voor zijn heer bij hem bleef om hem te dienen. In zo’n geval moest zijn heer één van zijn oren doorboren met een priem. Dat betekende dan dat hij deze heer nu voor altijd als knecht zou gaan dienen.
Hij was de dienstknecht van Zijn Vader die vrijwillig, uit liefde, voor Gods eer, om ons te behouden.
Dit kun je op een bepaalde manier als een heenwijzing naar de Heere Jezus zien. Hij kwam vrijwillig vanuit de hemel, vernederde zich en nam de gestalte van een slaaf aan. Hij vernederde zich zelfs door gehoorzaam te worden tot aan de dood, “ja tot de kruisdood” (Filippenzen 2:8). Christus had naar God terug kunnen keren zonder te sterven, maar dat wilde Hij niet. Hij hield van God Zijn Vader en van ieder die God Hem toegedacht had als Zijn eigendom. Die liefde bracht Hem naar Golgotha, waar Hij in Zijn diepste lijden ook “doorboord” werd. (Jesaja 53:5, NBG) Hij deed dit als dienstknecht van Zijn Vader vrijwillig, uit liefde, voor Gods eer en voor mijn, voor ons behoud!
Het bijzondere is dat de dienst van de Heere Jezus daarmee niet voltooid was. Sinds Zijn opstanding en hemelvaart dient Hij als Hogepriester en treedt Hij voor ons in bij God, zodat wij in onze zwakheid hulp ontvangen om in gemeenschap met Hem te blijven. En als onze pleitbezorger bij de Vader, wast Hij onze voeten, als wij ons op onze weg door het leven verontreinigd hebben.
Spoedig zal Jezus iedereen die Hem toebehoort uitnodigen aan Zijn tafel. Dan zal Hij “bij hen komen om hen te dienen” (Lukas 12:37). Wat een voorrecht om zo’n dienende Heer te mogen hebben! Wat een voorrecht vervolgens om Hem in onze omgeving en ook in de gemeente te mogen dienen!